Het is een drukte van belang aan de westzijde van het voormalige minderbroederklooster in Weert. Het houtwerk van het gebouw, waarvan de oudste delen uit de vijftiende eeuw stammen, was dringend aan rwenovatie toe, vertelt projectleider Richard van Ballegooij van onderhoudsbedrijf Caspar de Haan. Voor hem is het een uitdagend project. “Je praat over een pand met een grote historische uitstraling. Kijk bijvoorbeeld naar het glas-in-lood, het authentieke leiendak en de zonnewijzers aan de gevels. Het kozijnwerk is allemaal van hout, dat wil je natuurlijk zo houden.”
Tegelijkertijd moet het gebouw, inmiddels in gebruik als zorgcentrum voor ouderen, voldoen aan hoge gebruikseisen. “Dat betekent dat we al het houtwerk heel stevig onder handen moeten nemen”, legt Van Ballegooij uit. “Hier en daar is het al behoorlijk verweerd, om niet zeggen verrot. Aan ons de taak om het in orde te krijgen zodat het weer voor lange tijd mee kan.”
“Je moet kunnen vertrouwen op je machines”
Geen standaardklus
Onderhoudsbedrijf Caspar de Haan werkt in het Limburgse Weert aan de renovatie van het eeuwenoude Hieronymus-kloostergebouw. Geen standaardklus, aangezien het historische pand nog vol zit met authentieke details. “Dit haalt bij ons het vakmanschap naar boven.”
Goede afspraken
De schuurmachines en stofzuigers zijn daarbij belangrijke stukken gereedschap. Van Ballegooij en zijn team steunen daarbij vooral op de machines van Festool. “De Delta is voor het fijnere werk, daarmee kun je alle hoekjes en richeltjes gemakkelijk bereiken”, vertelt de projectleider. “Voor het zwaardere werk gebruiken we de Rotex met zijn draaiende kop. Daarmee schuur je de onderdorpels heel snel kaal, zodat ze volledig open liggen voor al het benodigde onderhoud.
Bij een project als dit is niet alleen de kwaliteit van het werk belangrijk, ook snelheid en planning spelen een grote rol. “Dit is een zorgcentrum voor ouderen. Zulke bewoners kun je niet zomaar een paar weken evacueren”, vindt Van Ballegooij. “En ook mag je niet verwachten dat ze elke vorm van overlast maar lange tijd moeten accepteren.” Dat betekent dat zijn mensen zorgvuldig maar ook stofvrij te werk moeten gaan, vervolgt hij. “Wanneer kunnen ze ons op welke plek verwachten? Aan die afspraken moeten we ons vervolgens houden, en dat alles zo snel en netjes als de kwaliteitseisen ons toestaan. Bij de renovatie van dit klooster is de planning heilig om het zo maar te zeggen.”
Bij een project als dit is niet alleen de kwaliteit van het werk belangrijk, ook snelheid en planning spelen een grote rol. “Dit is een zorgcentrum voor ouderen. Zulke bewoners kun je niet zomaar een paar weken evacueren”, vindt Van Ballegooij. “En ook mag je niet verwachten dat ze elke vorm van overlast maar lange tijd moeten accepteren.” Dat betekent dat zijn mensen zorgvuldig maar ook stofvrij te werk moeten gaan, vervolgt hij. “Wanneer kunnen ze ons op welke plek verwachten? Aan die afspraken moeten we ons vervolgens houden, en dat alles zo snel en netjes als de kwaliteitseisen ons toestaan. Bij de renovatie van dit klooster is de planning heilig om het zo maar te zeggen.”
Vaste contactpersoon
Met zo’n strakke projectplanning mag de apparatuur geen roet in het eten gooien. Dat betekent in de eerste plaats: zorgen voor goede machines waarmee de klus snel en goed geklaard kan worden. Maar dat is niet alles weet Van Ballegooij: “Het gaat niet alleen om de kwaliteit van de machines, maar ook om de kwaliteit van de service. Op dat punt hebben we ook heel goede ervaringen met Festool. Gaat er iets fout waardoor een machine stilvalt? Dan kunnen we contact opnemen met een vaste contactpersoon bij Festool. Die regelt vervolgens een razendsnelle repairservice. Daarbij kan de machine zelfs op de bouwplaats worden gehaald en gebracht. Onze mensen kunnen dan direct weer aan het werk. Dat geeft je het gevoel dat Festool precies begrijpt hoe wij hier werken en wat we nodig hebben.”
„Bij de renovatie van dit klooster is de planning heilig om het zo maar te zeggen.”
Richard van Ballegooij, projectleider van Caspar de Haan
Caspar de Haan Academy
De relatie tussen Festool en Caspar de Haan gaat zelfs nog verder. Sinds twee jaar heeft het onderhoudsbedrijf een eigen opleidingstak, de Caspar de Haan Academy. Die is bedoeld om jonge werknemers, die net van hun beroepsopleiding komen, verder bij te scholen in de specifieke vaardigheden rond onderhoud en renovatie. “Dat is ons antwoord op de enorme vraag naar vakmensen”, aldus Van Ballegooij.
Daarnaast worden alle medewerkers regelmatig op de Academy bijgeschoold om op te hoogte te blijven van methodes en technieken. “Dat geeft niet alleen meer kennis, het creëert ook collegialiteit en betrokkenheid bij het bedrijf”, vindt hij.
Festool is volgens hem vanaf het begin bij de Caspar de Haan Academy betrokken geweest. “Er komen regelmatig mensen van Festool op de Academy om ons bij te praten over recente ontwikkelingen. Dat kan bijvoorbeeld gaan over een nieuw type schuurpapier. Er wordt dan uitgelegd wat er bijzonder aan is en waarvoor je het kunt gebruiken. Daarna wordt het meteen in de praktijk toegepast.”
Daarnaast worden alle medewerkers regelmatig op de Academy bijgeschoold om op te hoogte te blijven van methodes en technieken. “Dat geeft niet alleen meer kennis, het creëert ook collegialiteit en betrokkenheid bij het bedrijf”, vindt hij.
Festool is volgens hem vanaf het begin bij de Caspar de Haan Academy betrokken geweest. “Er komen regelmatig mensen van Festool op de Academy om ons bij te praten over recente ontwikkelingen. Dat kan bijvoorbeeld gaan over een nieuw type schuurpapier. Er wordt dan uitgelegd wat er bijzonder aan is en waarvoor je het kunt gebruiken. Daarna wordt het meteen in de praktijk toegepast.”
Een goed teken
Voor Van Ballegooij is het belangrijk dat de relatie met een leverancier als Festool goed is, zodat hij kan vertrouwen op zijn machines. Ook bij dit project werpt de goede samenwerking zijn vruchten af, zo weet de projectleider. Het houtwerk vraagt het uiterste van de machines, maar desondanks ligt het onderhoudsteam goed op schema. “We worden nog altijd vriendelijk toegelachen door de bewoners en het personeel van het verzorgingshuis. Dat is doorgaans een goed teken”, lacht Van Ballegooij.
